6. CSCL

CSCL of terwijl Computer Supported Collaborative Learning kan worden omschreven als samenwerkend leren waarbij er gebruik gemaakt wordt van informatie- en communicatietechnologie. Veelal zal hier gebruik gemaakt worden van computers en internet. De laatste jaren is er een ontwikkeling aan de gang in het voortgezet onderwijs dat er steeds meer gebruik gaat worden van het gezamenlijk leren boven het individueel leren. Hierbij is de opvatting dat leerlingen via sociale interactie gezamenlijk kennis kunnen constueren van groot belang. Deze opvatting komt voort uit het constructivisme. De mogelijkheden die de technologie van de computer en het internet biedt kan hier goed in faciliteren. Echter zal er altijd een bepaald evenwicht zijn tussen het gebruik van de computer als communicatiemedium en de fysieke bijeenkomsten.

CSCL is een methode welke in eerste instantie voornamelijk op hbo en universitair onderwijs werd gebruikt. Mede doordat de computer en het internet een steeds meer gemeengoed aan het worden is, kan er ook meer gebruik van gemaakt worden binnen het voortgezet onderwijs. Zo wordt er veel geïnvesteerd in het ITCOLE (Innovative Technologies for Collaborative Learning and Knowledge Building) project. Dit project heeft als doel op om innovatieve pedagogische modellen te ontwikkelen welke zich toeleggen op het gezamenlijk kennis opbouwen binnen het Europese onderwijs. Dit project wordt als onderdeel het thema "de school van morgen" ondersteund door het IST (Information Society Technologies) programma van de Europese Commissie. De producten welke gemaakt worden zullen zoveel mogelijk gebruik maken van software welke onder de open source GPL licentie wordt verspreidt. Dit mede om de kosten voor het gebruik zo laag mogelijk te houden.

Het CSCL is een begrip wat niet één model vertegenwoordigd. Binnen CSCL bevinden zich meerdere verschillende modellen en de verwachting is ook dat er in de toekomst, wanneer er meer actief gebruik gemaakt gaat worden van CSCL, er meer modellen bij gaan komen. De werking van CSCL zal aan de hand van het Progressive Inquiry Model welke ontwikkeld is in Finland.

Aan de hand van het volgende voorbeeld zal de werking worden uitgelegd. Een klas wordt ingedeeld in drie groepen welke zich allemaal bezig houden met een ander aspect wat te maken heeft met de ziekte AIDS en HIV. Zo kan er een indeling gemaakt worden met de aspecten: werking van HIV, verspreiding van AIDS/HIV, die voor medicijnen zijn er om te kunnen genezen. Iedere groep houdt zich bezig met zijn eigen aspect. Allereerst begint iedere groep onderzoeksvragen te bedenken welke ze willen beantwoorden. Zo kan er rond het aspect verspreiding van AIDS/HIV de vraag bedacht worden "kan verspreiding worden veroorzaakt zonder geslachtsgemeenschap?". Met deze vragen gaan ze kijken wat ze al voor hypotheses en theorieën ze al weten. Met en over deze hypotheses en theorieën gaan de leerlingen eerst elkaar bevragen om te kijken wat voor kennis al reeds aanwezig is. Met deze kennis gaan ze opzoek naar externe kennis. De docent kan hiervoor een al een aantal artikelen of websites opgezocht hebben maar het is ook mogelijk deze zelf te laten zoeken. De gevonden informatie en antwoorden presenteren de leerlingen binnen een groepje aan elkaar. Met behulp van deze informatie gaan de leerlingen aan de slag om een presentatie of verslag te maken welke aan de rest van de klas wordt gepresenteerd. Op deze manier zijn de leerlingen zelf actief bezig met het construeren van nieuwe maar ook het uitbreiden van al reeds bestaande kennis.

Wat is de rol van de elektronische leeromgeving dan in dit geheel? De leerlingen kunnen de gevonden informatie maar ook geschreven verslagen op de leeromgeving plaatsen waarnaar ze elkaar eventueel van commentaar kunnen voorzien. Hiermee wordt de kwaliteit verder verhoogd van de inhoud. Ook kan het elkaar bevragen en het geven van antwoorden plaats vinden via de leeromgeving. Dit brengt de grote voordelen met zich mee dat er meteen op papier staat wat er is bedacht maar ook dat de docent hier nog enige vorm van controle in kan houden en kan aanvullen of verder vragen.

Uit casestudies van het ITCOLE-project blijkt dat CSCL een geschikte aanpak kan zijn om mee te werken. Bovendien stimuleert het de docenten om na te blijven denken hoe de leerlingen aan het leren zijn. Uit een aantal casestudies concludeert de Robert-Jan Simons dat CSCSL effectief is als studenten een gemeenschappelijk doel en interesse gebied hebben. Andere voorwaarden voor een effectieve inzet van CSCL is dat er een voorgestructureerde taak moet zijn welke een discussie uit lokt. Het nadeel van gebruik van CSCL is dat het niet direct past in een lessituatie welke voornamelijk bestaat uit instructie. Ook zal er rekening gehouden moeten worden bij het invoeren van CSCL dat dit een omslag verlangd van leerling maar ook van de docent en hier tijd in geïnvesteerd zal moeten worden. Het zal ook tijd kosten om een relatieve goede discussie te kunnen krijgen via een online-medium zoals een chatclient. Waarbij ook de non-verbale communicatie tussen de verschillende personen ontbreekt. CSCL is een nieuwe aanpak maar er zal zeker niet gezegd kunnen worden dat deze in alle situaties ingezet kan worden. Wel zou deze aanpak gecombineerd kunnen worden met andere didactische modellen waarmee het totaal verbeterd kan worden.

6.1 ELO

Een elektronische leeromgeving is geen vervanging van een docent. Het is een hulpmiddel welke een docent kan inzetten om mee te werken, om de individuele leerlingen beter te kunnen ondersteunen. De docent kan met behulp van een elektronische leeromgeving les materiaal beschikbaar stellen welke door de leerling op ieder moment dat hij wenst gebruikt kan worden. Ook biedt een elektronische leeromgeving de mogelijkheid om gezamenlijk, leerlingen, docenten maar ook externe experts, aan projecten te werken. Op deze manier kan er op een eenvoudige manier ervaringen uitgewisseld worden maar kunnen ook adviezen gegeven worden.

© 2006- 2024 BioDesk.nl  -  All Rights Reserved  -  Disclaimer  -  download Flash externe link  -  Opmerking/vraag over deze pagina?